Jong en HiB vroeg afgelopen weken naar de mening van jongeren, over liefde, toekomst en het milieu. Deze teksten worden gebundeld in een voorstellingsbrochure van onze eigenzinnige en vernieuwde organisatie. Speciaal voor de websitebezoekers geven we alvast een voorsmaakje weg.

Niels (18 jaar) uit Jabbeke

“Het is ondertussen zo’n twee jaar geleden dat ik mijn interesse voor jongens heb ontdekt. We gingen op twee-daagse en moesten overnachten in een kleine berghut op de top van een ondergesneeuwde berg. De jongens hadden alle stapelbedden tegen elkaar geschoven. Onderin de meisjes, bovenaan de jongens. Iedereen lag die nacht te klagen van de kou. Behalve ik en de jongen naast me, hij was op het schitterende idee gekomen om dichter bij elkaar te liggen. Niet veel later had ik een meisje.

Het werd winter en het was veel te koud om nog helemaal naar huis te fietsen. Ik bleef bij mijn vriendin slapen, want die woonde dichter bij Brugge. Toen zijn we ook bij elkaar gaan liggen, voor de warmte… Ik miste iets, ik moest terug denken aan die jongen van het kamp. Die keer op kamp was veel toffer. Het was op dat moment dat ik besefte dat ik wel eens homo kon zijn. Ik heb het haar dan ook meteen vertelt. Natuurlijk niet direct dat ik homo was, maar dat ik bi was, dat klonk minder drastisch. Ze aanvaarde het, maar we groeiden uit elkaar. Het was uit. Vreemd genoeg kon me dat niets schelen, ik begon weer aan die jongen te denken… Ik wist al lang niet meer hoe hij eruit zag, wat zijn naam was, hoe hij klonk, maar toch, ik miste hem… Na zo’n vier maanden heb ik tegen mijn vrienden gezegd dat ik wel eens homo kon zijn. Mijn beste vriend zei dat het niet kon. Een moment van grote verontwaardiging, zo bleek. Niet kort daarna, zei hij al meteen dat het gewoon zo is. Ik was gelukkig. Door die gesprekken werd ik veel zelfzekerder en kon ik het eindelijk tegen mijn ouders vertellen.

Iedereen die ik ken weet het nu. Nu nog wachten op die ene persoon…”