41% van de LGBT+ leerlingen voelt zich onveilig op school vanwege hun seksuele oriëntatie. Dat blijkt uit een eerste bevraging bij Vlaamse LGBT+ leerlingen. Bijna een kwart van de respondenten vermijdt daarom de toiletten en kleedkamers van de school. 1 op 5 miste minstens één dag school de maand voorafgaand aan het onderzoek omwille van het onveiligheidsgevoel.

De Amerikaanse Columbia University uit New York onderzoekt elke twee jaar hoe het internationaal gesteld is met het welzijn van LGBT+-scholieren. Voor het eerst is het onderzoek ook in Vlaanderen uitgevoerd in samenwerking met çavaria, de Vlaamse holebi- en transgenderkoepel. De resultaten zijn op zijn minst verrassend. “We schrikken van de cijfers, maar zien ook positieve zaken”, zegt Jeroen Borghs çavaria. In totaal hebben 484 LGBT+ leerlingen de bevraging ingevuld.

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is verrast door de resultaten van de bevraging. “Elke jongere verdient het om zich goed te voelen op school. Je voorkeur of ontwikkeling mag daar geen rol in spelen”, zegt ze aan VRT NWS. “We zien dat er al veel veranderd is en veel verbetering is in de scholen, maar er is duidelijk nog werk aan de winkel.”

Zo ‘gay’

Bijna alle respondenten werden geconfronteerd met negatieve uitspraken over holebi’s of transgenders. Jongeren gebruiken vaak holebinegatief taalgebruik. “Woorden zoals homo, pot en jeanet hebben altijd een negatieve connotatie en worden nooit als compliment gebruikt” zegt Kaj Poelman, beleidsmedewerker onderwijs bij çavaria.

“Zelfs als is het grappig bedoeld, soms kan het toch omstaanders kwetsen. Met een uitspraak als ‘Je staat zo gay op die selfie’, kwetsen jongeren niet altijd de persoon die op de foto afgebeeld staat, maar wel een omstaander omdat ‘gay’ in dit geval een negatieve lading heeft”, zegt Poelman.

”In 1 op 2 gevallen reageerden leerkrachten daar niet op. “Leerkrachten willen vaak wel tussenkomen, maar weten niet altijd hoe ze het moeten aanpakken”, zegt Borghs. “Het is belangrijk dat leerkrachten daarvoor de nodige info en methodes aangereikt krijgen.” “Vorig jaar hebben we maar liefst 140 vormingen over diversiteit, seksualiteit en gender gegeven. Je merkt echt dat scholen hoe langer hoe meer openstaan voor veranderingen”, stelt Poelman.

Wc’s en kleedhokjes

“Toen ik uit de kast kwam als lesbische op school, dachten vrouwelijke medeleerlingen dat ik op hen verliefd zou worden als ik hen zou zien in de kleedkamer”, zegt een LGBT+ leerling in de enquête.

Uit de bevraging  blijkt dat ruimtes waarbij er een opsplitsing is tussen jongens en meisjes voor onbehagen zorgen bij de ondervraagde LGBT+ leerlingen. 24,4 procent vermijdt de LO-kleedkamers omdat ze zich er onveilig voelen. 24,2 procent probeert om diezelfde reden niet naar het toilet te gaan op school.

“Het zou beter zijn moest de school neutrale toiletten gebruiken. Op mijn school wordt sport ook gesplitst tussen jongens en meisjes en dit vind ik zeer ongemakkelijk”, aldus een LGBT+ leerling.

Bespreekbaar maken

“Leerkrachten praten bijna nooit over holebigerelateerde onderwerpen. Als het toch wordt bovengehaald, volgt meestal een kort antwoord en wordt dan snel weer van onderwerp veranderd”, is een van de reacties uit de enquête. “Ik zou graag willen dat er meer en opener wordt verteld over holebi’s. Bijvoorbeeld in de lessen natuurwetenschappen of biologie legt men altijd uit hoe man en vrouw seks hebben maar twee vrouwen of twee mannen daar vertelt men nooit iets over. Dat is heel jammer aangezien veel mensen hiermee worstelen en zelf geen vragen durven stellen uit angst”, is een andere reactie uit de bevraging.

Nochtans worden scholen waar leerkrachten zich actief inzetten voor inclusief schoolklimaat waarin iedereen zichzelf kan zijn, duidelijk positiever ervaren door de leerlingen. “In scholen waar er positieve aandacht is voor LGBT+ thema’s in de lessen voelen leerlingen zich beter en daalt het aantal spijbelaars”, legt Borghs uit.

De resultaten van de enquête liegen er niet om: slechts 34,5 procent van de LGBT+ leerlingen heeft het gevoel er bij te horen op school wanneer er minder dan zes leerkrachten (en schoolpersoneel) LGBT+ leerlingen ondersteunen. Zijn dat er meer dan zes, dan stijgt dat percentage tot 64,4 procent. Dat is bijna een verdubbeling. Dezelfde evolutie is waar te nemen bij het aantal LGBT+ leerlingen dat spijbelt: 33,1 procent spijbelt als er minder dan zes steundende leerkrachten zijn  t.o.v. 17,7 procent als er meer dan zes zijn.

Opnemen in de eindtermen?

“Het is onze grote droom om een aantal structurele veranderingen te kunnen verwezenlijken in het complexe onderwijssysteem. Door een aantal genderthema’s vast te laten opnemen in de lerarenopleiding en in de eindtermen bijvoorbeeld”, zegt Poelman.

In buurland Nederland werd het LGBT+ thema ondertussen al aan de eindtermen toegevoegd in elke graad. In België ontbreekt voorlopig nog de politieke moed om het gewoon te doen. Nochtans heeft Crevits bij de verkiezingen in 2014 het eisenpakket van çavaria mede ondertekend. Een van die eisen was net de opname van het LGBT+ thema in de leerplannen van het onderwijs, inclusief het hoger onderwijs. Daarnaast zou het thema ook integraal deel gaan uitmaken van het leerprogramma van de leerkrachtenopleiding.

Crevits stelt dat ingaan tegen holebifobie al vervat zit in de eindtermen. “Scholen zijn vrij hoe ze daar veruitwendiging aan geven”, zegt ze aan VRT NWS. “Voor mij is het echt van belang dat we de resultaten delen met de scholen en dat iedereen voldoende alert is om er ook op toe te zien dat holebi jongeren zich goed in hun vel kunnen voelen.”

“De uitspraken van de minister zijn niet helemaal correct. Momenteel komt het LGBT+ thema slechts vakoverschrijdend in de derde graad aan bod. In de leerplannen van de eerste twee graden van het middelbaar onderwijs wordt het LGBT+ thema nergens vermeld”, reageert Poelman. “Probleem met de vakoverschrijdendheid is dat de verantwoordelijkheid bij verschillende leerkrachten en iedereen wel denkt dat iemand anders het zal oppikken. Zolang er geen verplichting is, vergeten vele scholen het”, aldus Poelman.

Crevits geeft ook aan dat de leerkrachtenopleiding hoe dan ook wordt hervormd. “We hebben daarover afspraken gemaakt in de Vlaamse regering en het parlement”, zegt ze aan VRT NWS. “Een van de zaken is dat toekomstige leerkrachten moeten leren omgaan met diversiteit, in al zijn aspecten.”

Evolutie in het oog houden

“Onze school is heel LGBT+ vriendelijk. Ikzelf werk in mijn kunstvakken vaak rond dit thema en vooral mijn klastitularis vindt het geweldig. Ze hebben me altijd gesteund, net als mijn ouders”, deze reactie bewijst dat een positief klimaat op school voor LGBT+ leerlingen een positieve invloed heeft op hun welbevinden.

Çavaria hoopt deze enquête om de vijf jaar te kunnen organiseren. “We hebben nu eindelijk informatie over hoe holebi en transgenderleerlingen zich voelen op school. Het is belangrijk dat we de evolutie in het oog houden zodat we het beleid gericht kunnen bijsturen”, besluit Borghs.
Bron: ZiZo